ZangExpress: “Van zingen gaat alles stromen en krijg je energie”

Een interview door Serge Julien met de dames van Zangexpress, Melissa ‘t Hart en Vashti de Caluwé. Sinds 2014 is Zangmakers opgesplitst in ZangExpress en 123ZING. ZangExpress richt zich nu op Zuid-Holland met Rotterdam als kern.\r\n\r\nMet de educatieve zangonderneming ZangExpress volgen groepsdocenten in het basisonderwijs een training van vakdocenten om zelf zanglessen in de klas te geven met behulp van een digibord. In drie jaar tijd kreeg het collectief, toen nog onder de naam Zangmakers, 100 Rotterdamse scholen aan het zingen en daarnaast nog 87 scholen in de rest van Nederland. Initiatiefnemers Melissa ’t Hart en Vashti de Caluwé blikken terug op hun succesvolle avontuur.\r\n\r\n\r\nMelissa ’t Hart studeert in 1996 af aan hogeschool Codarts in lichte muziek en zang, en start vervolgens een lespraktijk. Ze werkt 13 jaar bij de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) die haar detacheert bij de Zadkine Popacademie om een succesvolle popopleiding op te zetten. Ondertussen is ze zangeres in diverse bandjes waar ze Vashti de Caluwé leert kennen. Zij begint aanvankelijk met geneeskunde, maar komt gaandeweg door haar passie in de muziek terecht. Vashti belandt bij de VAK, centrum voor de kunsten in Delft, die haar de kans geeft zichzelf te ontwikkelen. Ze raakt geboeid om met groepen en meerstemmigheid te werken. Na de VAK geeft ze vijf jaar zangdidactiek aan Codarts.\r\n\r\nVERSTERKING\r\nIn 2009 krijgen Melissa en Vashti het idee om een eigen bedrijf op te richten, samen met Sebastian van Zuijlen: Zangmakers. Ze willen muziek en educatie met elkaar versterken. “Muziek is zo’n mooi middel om in je school neer te zetten en het heeft bovendien raakvlakken met taal en maatschappelijke betrokkenheid”, vertelt Vashti. Melissa: “Een collega wees ons op een Brits educatief programma genaamd Sing Up. Een methode die zingen stimuleert op basisscholen. De website van Sing Up bood op speelse wijze lesmateriaal, liedjes en filmpjes aan. Toen we dat zagen, raakten we meteen enthousiast! Daarmee kreeg Zangmakers een extra impuls en werkten we samen aan een plan waarin we dit idee als basis gebruikten met als doel om zoveel mogelijk kinderen aan het zingen te krijgen.”\r\n\r\nGelijktijdig met de opstelling van hun conceptplan kwam uit stichting Music Matters de wens dat er meer gezongen moet worden op de scholen in Rotterdam. Het leidt voor Zangmakers tot de opdracht om wijkkoren op te richten. “Deze klus had raakvlakken met ons conceptidee,” vertelt Vashti, “waardoor we meteen konden kijken waar we tegenaan liepen. We kwamen er al snel op uit dat we de schooldocenten moesten trainen.“ Uiteindelijk ontwikkelt Zangmakers op basis van de input uit de ontmoetingen met leerkrachten, scholen en muziekdocenten een Teach the Teacher-programma dat docenten leert om zelf met kinderen te zingen. Een methode waarbij leraren worden ondersteund door een digitale lesmethode voor in de klas. Als Music Matters van deze opzet hoort, is het meteen raak. Melissa: “Music Matters was ontzettend enthousiast over de aanpak , gaf ons het vertrouwen en de middelen om hiermee aan de slag te gaan in Rotterdam. Ons idee en de wens van Music Matters om kinderen aan het zingen te krijgen, sloten zo mooi op elkaar aan dat het een perfecte match was.”\r\n\r\nPILOT\r\nIn 2011 begint Zangmakers, inmiddels versterkt met Loes de Vos, met een pilot waarin het collectief lang oefent en experimenteert. Vashti:  “We besloten uiteindelijk om meteen een heel team aan leerkrachten te trainen. Individueel waren ze toch wat geïsoleerd met onvoldoende back-up om de echte kartrekkers te zijn, aangezien er op dat moment nog niet genoeg voedingsbodem was voor het hele idee.” Melissa vult aan: “We wilden ze letterlijk in hun lijf laten voelen wat er gebeurt als je gaat zingen. Van zingen gaat namelijk alles stromen en krijg je energie. Op die manier creëer je het overtuigingseffect. “Daarbij willen we ook duidelijk maken dat de methode via het digitale schoolbord een middel, maar geen einddoel is. Het begint op die manier, maar uiteindelijk moeten kinderen vanuit zichzelf gewoon lekker op straat en op het plein of in de aula zingen.”\r\n\r\nSAMENWERKEN\r\nDe kracht en het succes van ZangExpress zit ‘m volgens ’t Hart en De Caluwé in samenwerken met de scholen. Zij geven de input waarmee de twee aan de slag kunnen om liedjes en lesmateriaal te maken. “De leerkrachten voeden ons met ideeën voor onderwerpen”, vertelt Vashti. “Dat varieert van lammetjes in de onderbouw tot aan hormonen in de bovenbouw, maar ook gezondheid, natuur en kunst.” Daarnaast deinst Zangmakers ook niet terug voor een zangvorm als rap. “Je hoort vaak in de bovenbouw dat jongens niet willen zingen, terwijl de meeste jongens wel willen rappen”, volgens Melissa. “Rap is sowieso een volwaardige muziekvorm waarin iedereen gelijk de refreintjes meezingt.”\r\n\r\nDUURZAAMHEID\r\nHet is belangrijk om het contact met de scholen goed te onderhouden en zichtbaar te zijn, vertelt het fanatieke didactiekduo. Vashti: “De relatie die je aangaat met een school is geen losse flodder die je een injectie geeft waarna het weer allemaal loopt. Duurzaamheid is daarom voor ons een doel op zich. Daarnaast organiseren we in de stad diverse optredens die de urgentie en schwung erin houden.” Ook de erkenning van de methodiek en kracht is volgens Melissa van doorslaggevend belang: “Elke school kreeg bij de start een jaar lang gratis zangondersteuning en moest daarna besluiten om op eigen kosten door te gaan. Voortzetting op eigen kosten is dus ook een belangrijk doel. 90% heeft nu verlengd en dat is hoog, maar het blijft wel een tijdsopname. Op een gegeven moment is het de vraag of scholen het nog leuk genoeg vinden. Daarom kijken we samen aandachtig mee in hun visies op educatie en kunst en proberen we zo goed mogelijk in te spelen met ons programma.”\r\n\r\nOPSPLITSING\r\nSinds 2014 bestaat de naam Zangmakers niet meer en is er sprake van twee losse bedrijven: ZangExpress en 123Zing. Beide organisaties gaan wel op dezelfde voet verder met  de ontwikkelde methode en liedjes zoals de docenten en leerlingen gewend zijn. De reden voor de nieuwe organisatie ligt intern. Melissa: “We groeiden zo hard de afgelopen jaren dat we eigenlijk geen idee hadden dat we zoiets groots aan het opzetten waren. Doordat we naast Rotterdam ook landelijke belangstelling kregen, merkten we dat het beter was om als twee bedrijven verder te gaan. ZangExpress richt zich nu op Zuid-Holland met Rotterdam als kern en 123ZING doet de regio Dordrecht en de rest van Nederland. Noord-Holland doen we allebei.”\r\n\r\n \r\n